Header image  
Kerkmusicus en docent  
line decor
  
line decor
 
 
 
 
 
 
 

Boeken


Jesu, meine Freude van Johann Sebastian Bach


Jesu, meine Freude BWV 227 van Johann Sebastian Bach: een praedicatio sonora

Nu alleen nog verkrijgbaar via contact voor slechts € 25,- de laatste exemplaren!

 


Jesu, meine Freude van Johann Franck


Jesu, meine Freude van Johann Franck. Theologische en muzikale achtergrond van het lied.

Uitgave in eigen beheer
Bestellen via
contact
€ 7,- excl. verz. kosten

DE CANTATES van Johann Sebastian Bach mogen zich in toenemende belangstelling verheugen. Tijdens kerkdiensten worden ze regelmatig uitgevoerd, in concertzalen staan ze op het repertoire en op de vele cd's zijn ze in verschillende uitvoeringen te beluisteren. Vaak ontgaat de luisteraar echter, dat Bach in zijn cantates ook theologisch commentaar geeft. Bach leefde in een wereld waarin muziekopvatting en theologie sterk verschilt van die van onze tijd. Voor een goed begrip van de cantates van Bach is kennis van die wereld onontbeerlijk. De cantates waren onderdeel van de praedicatio in de liturgie en moesten bijdragen aan de explicatio textus.
"V I E R C A N T A T E S toegelicht" leidt tot een andere verrassende manier van luisteren. De vier cantates, die beschreven worden zijn: Wachet auf, ruft uns die Stimme BWV 140; Gott, wie dein Name, so ist auch dein Ruhm BWV 171; Erhalt uns Herr, bei deinem Wort BWV 126 en Du Hirte Israel BWV 104.

    Vier Cantates

ISBN 987-90-5972-274-3
Uitgeverij Eburon Delft
te bestellen via contact

€ 19,95 excl verz. kosten

HYMNOLOGIE Index van namen en alle behandelde liederen die voorkomen in de serie Hymnologie

HYMNOLOGIE is de wetenschap waar alle vormen van zang in de samenkomsten van christenen in verleden en heden worden bestudeerd. Niet alleen de muzikale en de tekstuele aspecten van wat gezongen werd en wordt komen aan de orde, maar ook de tijd wanneer en de ruimten waarin gezongen werd. Theologie en geschiedenis van kerk, kerkbouw, muziek en literatuur spelen allemaal mee.

In Deel I komt de ontwikkeling van de strofische zang tot aan de reformatie aan de orde.
Deel II gaat over de ontwikkelingen van de strofische zang aan het begin van de reformatie, en bevat analyses van liederen van Martin Luther met oog voor zowel de theologische als muzikale aspekten. Luther kan beschouwd worden als de vader van de strofische zang in de protestantse kerken. De meeste van zijn liederen werden en worden nog steeds door velen gezongen en beleefd als een steun bij het uit- en inzingen van het geloof.
Deel III gaat over liederen uit het vroege lutheranisme. Luther riep zijn vrienden op om hem te helpen bij het schrijven van liederen. Enkelen gingen op die uitnodiging in en al spoedig schreven ook volgelingen die verder van hem af stonden, liederen. De liederen van Huldrych Zwingli komen ook aan de orde. Hoewel hij tegen kerkzang was, schreef hij drie liederen die van uitzonderlijke dichterlijke kwaliteit zijn.
Deel IV beschrijft de kerkzang bij Calvijn. Calvijn werd opgevoed in een milieu waar de kritiek van Desiderius Erasmus op de muziek in de rooms-katholieke kerk gemeengoed was. Calvijn vond eenstemmige gemeenschapszang de ideale vorm om gelovigen actief te laten participeren in de eredienst. Voor de teksten koos hij een berijmde vorm van psalmen. Met zijn voorkeur voor strofische zang in de volkstaal sloot Calvijn bij Luther aan, maar in de keuze van teksten en de wijze van uitvoering van de zang verschilde hij sterk van Luther.
Deel V gaat over de kerkzang in de tweede helft van de zestiende eeuw in Duitsland. De inhoud en toon van de liederen veranderen in vergelijking met de liederen die in het begin van de reformatie werden geschreven en die in het deel II en deel IV van deze serie werden behandeld. De veranderingen in de tekst en inhoud van de liederen is voor een deel terug te voeren op de veranderde cultureel-maatschappelijk situatie, maar hebben ook te maken met een andere vroomheid en theologie, waarbij de aandacht voor het leven na de dood aanmerkelijk groter is dan in de eerste helft van de zestiende eeuw.
Deel VI gaat over de liederen die in de eerste helft van de zeventiende eeuw in Duitsland werden geschreven. De meeste dichters lieten zich inspireren door de nieuwe stijlvoorschriften van Martin Opitz. De dertigjarige oorlog had grote invloed op de thematiek van de liederen. In de vroomheid en theologie staat het persoonlijk geloofsleven centraal en speelt de eschatologie een grote rol. Veel liederen worden voor de privé- geloofsbeleving geschreven en komen pas later in de kerkzang terecht. Bijna alle liederen richten zich tot Jezus die als bruidegom beschreven wordt. Er wordt ruim aandacht besteed aan Johann Heermann, wiens liederen van grote invloed zijn geweest op zijn tijdgenoten.
Deel VII van Hymnologie gaat over de drie belangrijkste dichters van de zeventiende eeuw in Duitsland: Johann Franck, Paul Gerhardt en Johann Rist. De inhoud en toon van hun liederen sluiten aan bij die van de dichters die in deel VI beschreven werden. De cultureel-maatschappelijk situatie en de vroomheid en theologie, waarbij de aandacht voor het persoonlijk geloofsleven en het leven na de dood aanmerkelijk groter is dan in de eerste helft van de zestiende eeuw hebben hun sporen nagelaten in hun liedteksten. Er wordt ook ruim aandacht besteed aan de melodieën van Johann Crüger.
Deel VIII van Hymnologie gaat over het begin van het piëtisme in Duitsland. Inhoud en toon van de liederen uit die periode zijn zeer persoonlijk. In het piëtisme staan het persoonlijk geloofsleven en de persoonlijke relatie met Jezus centraal. De meeste liederen werden overigens niet voor de kerkdienst geschreven, want door die grote aandacht voor het geloof van de enkeling waren piëtisten niet erg kerkelijk. Niettemin besteedt dit boek wel aandacht aan de aanwijsbare overeenkomsten tussen vroomheid van de liederen en de inrichting van verschillende kerkgebouwen. Muzikaal treedt er in deze periode een verarming op in vergelijking met de eerste honderd jaar na de Reformatie.
Deel IX van de Hymnologie van Arie Eikelboom gaat over het lutherse piëtisme en het gereformeerde piëtisme in Duitsland. Inhoud en toon van de liederen sluiten aan bij de vroomheid en de theologie daarvan. Het persoonlijk geloofsleven en de persoonlijke relatie met Jezus zijn de belangrijkste onderwerpen van de liederen. Bij de gereformeerde piëtisten valt de verbondenheid met de psalmen op. De meeste liederen werden niet voor de kerkdienst geschreven, maar waren vooral voor de persoonlijke geloofsbeleving en voor gebruik in de collegia pietatis en conventikels bedoeld. Muzikaal gaat  de verarming  in vergelijking met de eerste honderd jaar na de Reformatie steeds verder.
Deel X gaat over enkele niet-piëtistische dichters in de eerste helft van de achttiende eeuw in Duitsland en enkele rationalistische dichters in de tweede helft van achttiende eeuw in Duitsland. De rationalistische dichters slaan een heel andere toon aan dan de piëtisten. Muzikaal zet de verarming door, die in de tweede helft van de zeventiende eeuw al begonnen was. Ritmisch worden de melodieën steeds armer en de harmonie wordt meer en meer uitgangspunt voor de melodische ontwikkeling.
Deel XIa gaat over de hymnologische ontwikkelingen in Nederland in de periode tussen 1600 en 1780. Er werd veel geklaagd over de psalmberijming van Petrus Datheen en er werden veel pogingen ondernomen die of te verbeteren of te vervangen. Omdat in de calvinistische kerk geen overeenstemming kon worden bereikt, werd in 1773 door de Staten van de Verenigde Nederlanden ingegrepen. De wereldlijke overheid besloot, dat Datheens berijming moest worden vervangen!
Deel XIb gaat over de invoering van de Statenberijming  in 1773, de wijze waarop gezongen werd en de pogingen om het orgel als begeleidingsinstrument ingevoerd te krijgen. Ook komen de eerste pogingen om naast berijmde psalmen andere liederen te gaan zingen aan de orde.
Deel XIc gaat over pogingen van dichters om naast berijmde psalmen andere liederen in eigentijdse bewoordingen te gaan zingen. De dichters die in dit deel aan de orde komen zijn Jacob Cats, Jacobus Revius, Jan Luyken en Jodocus van Lodensteyn. Zij zijn van grote betekenis geweest voor het geestelijk lied in de Lage Landen. Hun liederen werden niet in kerkdiensten gezongen, maar speelden in de persoonlijke geloofsbeleving en in de conventikels een belangrijke rol. Veel van hun liederen zijn tegenwoordig vergeten, maar krijgen in dit deel de aandacht die ze verdienen.
Deel XId . De dichters die in dit deel aan de orde komen zijn Wilhelm Sluiter, Wilhelmus Schortinghuis, Johannes Groenewegen, Joannes Eusebius Voet, Rutger Schutte en enkele minder bekende dichters. ook zij zijn van grote betekenis geweest voor het geestelijk lied in de Lage Landen. Ook hun liederen werden niet in de kerkdienst gezongen, maar wel in de conventikels en speelden in de persoonlijke geloofsbeleving een belangrijke rol. De liederen voorzagen blijkbaar in een grote behoefte en maakten de geesten rijp voor de eerste gezangbundel die in de Nederlandse Protestantse kerk in de negentiende eeuw zou verschijnen. Een speciale plaats is ingeruimd voor Johannes Baptist Stalpaert van der Wiele, een belangrijk rooms-katholieke lieddichter.
Deel XII. Dit deel gaat over de eerste gezangenbundel in de calvinistische kerk in Nederland, Evangelische Gezangen in 1806. Er wordt ingegaan op totstandkoming van de bundel en de inhoud. De belangrijkste dichters die eraan hebben bijgedragen krijgen ruim aandacht. Ook komt de onrust die de invoering van de bundel veroorzaakte en het verzet ertegen aan de orde. Tot slot wordt aandacht besteed aan de begeleidingsbundels die de invoering van genoemde bundels moesten vereenvoudigen.
Deel XIII. Dit deel gaat over de ontwikkelingen in de tweede helft van de negentiende eeuw in de protestantse kerken in Nederland. Eerst wordt aandacht besteed aan de invloed van de liederen van Hazeu. Dan komt de Vervolgbundel 1866 aan de orde. Breed krijgen niet alleen de totstandkoming en de inhoud van die bundel aandacht, maar ook de belangrijkste dichter en hun bijdragen. Tot slot is er ruim aandacht voor de begeleidingsbundels, die de invoering van de Vervolgbundel moesten vereenvoudigen.
Deel XIV. Het veertiende deel gaat over de ontwikkelingen in de eerste helft van de twintigste eeuw in de protestantse kerken in Nederland. Eerst wordt aandacht besteed aan de invoering van Eenige Gezangen in de Gereformeerde Kerken 1933. Dan komen Gezangen nevens Psalmen voor de Gereformeerde Kerk in Hersteld Verband 1933 en Psalmen en Gezangen voor de Nederlandse Hervormde Kerk 1938 aan de orde. Breed krijgen niet alleen de totstandkoming en de inhoud van die bundels aandacht, maar ook de belangrijkste dichters en hun bijdragen. Ook komen de hymnologische ontwikkelingen in kleinere kerken aan de orde. Tot slot is er ruime aandacht voor de begeleidings-bundels die de invoering van de bundels moesten vereenvoudigen.
Deel XV. Het vijftiende deel gaat over de ontwikkelingen in de tweede helft van de twintigste eeuw in de protestantse kerken in Nederland. Eerst wordt aandacht besteed aan de totstandkoming van de Nieuwe Psalmberijming in 1967. Dan komen ontwikkelingen rond gezangen in de Gereformeerde, Lutherse en Nederlandse Hervormde Kerk aan de orde uitlopend op het verschijnen van het Liedboek voor de Kerken 1973. Er wordt niet alleen aandacht besteed aan de totstandkoming en inhoud van diverse bundels, maar ook aan de belangrijkste dichters en hun bijdragen.
Deel XVI. Dit deel gaat over de ontwikkelingen in de kerkzang na het verschijnen van het Liedboek voor de Kerken 1973
. Aan de orde komen de acht delen van Zingend Geloven, Tussentijds, de Belgische bundel Zingt Jubilate, de rooms-katholieke bundel Gezangen voor Liturgie, de liedbundel voor de Oud-Katholieke Kerk en het Liedboek voor de Evangelische Broederschap. Ook komen de invoering van een nieuwe psalmberijming en gezangen in de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt, de Nederlands Gereformeerde Kerk en de Christelijk Gereformeerde Kerken aan de orde. Tenslotte besteed ik aandacht aan de twee bundels Eva’s lied , de Evangelische Liedbundel en de Liedbundel van de Vereniging Evangelisatie & Recreatie.
Deel XVII . Dit deel gaat over de ontwikkelingen in de kerkzang in Engeland tot aan het einde van de negentiende eeuw.Er wordt veel aandacht  besteed aan de hymnes van Isaac Watts en van de gebroeders Wesley, maar ook aan de hymnen  van John Newton, William Cowper en Augustus Montague Toplady, James Montgomery, Reginald Heber, John Keble en Henry Francis Lyte . De eerste uitgave van Hymns Ancient and Modern van 1861 komt uitvoerig aan de orde en de verschillen tussen die eerste en de volgende uitgaven worden toegelicht.  

Uitgave in eigen beheer; bestellen bij de auteur Dr. Arie Eikelboom via contact;   

Hymnologie 1

Hymnologie I Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

De ontwikkelingen tot aan de reformatie

 

ISBN 978-90-816827-1-8
€ 24,95 excl verz. kosten.

Hymnologie2

Hymnologie II Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

De reformatie en de liederen van Luther

ISBN 978-90-816827-2-5
€ 24,95 excl verz. kosten.

Hymnologie3

Hymnologie III Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

Liederen van volgelingen van Luther en liederen van Zwingli

 

ISBN 978-90-816827-0-1
€ 22,95 excl verz. kosten.

Hymnologie4

Hymnologie IV
Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

Calvijn en de kerkzang

 

ISBN 978-90-816827-3-2
€ 22,95 excl verz. kosten.

Hymnologie 5

Hymnologie V Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

De ontwikkelingen in de tweede helft van de zestiende eeuw in Duitsland

 

ISBN 978-90-816827-4-9
€ 24,95 excl verz. kosten.

Hymnologie6

Hymnologie VI
Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

De ontwikkelingen in de eerste helft van de zeventiende eeuw

ISBN 978-90-816827-5-6
€ 26,95 excl verz. kosten.

Hymnologie7

Hymnologie VII Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

De grote dichters en componisten in de zeventiende eeuw in Duitsland

 

ISBN 978-90-816827-6-3
€ 39,95 excl verz. kosten.

Hymnologie8

Hymnologie VIII
Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

Het begin van het piëtisme in Duitsland en enkele vroeg-piëtistische liederen

ISBN 978-90-816827-7-0
€ 31,95 excl verz. kosten.

Hymnologie9

Hymnologie IX Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

Het vervolg van het piëtisme in Duitsland en het gereformeerde piëtisme

 

ISBN 978-90-816827-8-7
€ 26,95 excl verz. kosten.

Hymnologie10

Hymnologie X
Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

Enkele niet-piëtistische dichters in Duitsland en de opkomst van het rationalisme

ISBN 978-90-816827-9-4
€ 29,95 excl verz. kosten.

Hymnologie11a

Hymnologie XIa Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

De onrust over de kerkzang in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tussen 1600 en 1800

ISBN 978-90-822490-0-2
€ 27,95 excl verz. kosten.

Hymnologie11b

Hymnologie XIb Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk - De onrust over de kerkzang in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tussen 1600
en 1800

ISBN 978-90-822490-1-9
€ 27,95 excl verz. kosten.

Hymnologie11c

Hymnologie XIc Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

De onrust over de kerkzang in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tussen 1600 en 1800

ISBN 978-90-822490-2-6
€ 27,95 excl verz. kosten.

Hymnologie11d

Hymnologie XId Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk - De onrust over de kerkzang in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tussen 1600
en 1800

ISBN 978-90-822490-3-3
€29,95 excl verz. kosten.

Hymnologie12

Hymnologie XII Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

De Evangelische Gezangen 1806

 

ISBN
€ 27,95 excl verz. kosten.

Hymnologie13

Hymnologie XIII Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk - De vervolgbundel op de Evangelische Gezangen en de ontwikkelingen in de kerkzang in de tweede helft van de negentiende eeuw

ISBN 978-90-822490-5-7
€36,95 excl verz. kosten.

Hymnologie14

Hymnologie XIV Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

De ontwikkelingen in de kerkzang in de eerste helft van de twintigste eeuw,
Eenige Gezangen 1933 en Psalmen en Gezangen 1938

 

ISBN 978-90-822490-6-4
€ 29,95 excl verz. kosten.

Hymnologie15

Hymnologie XV Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

De ontwikkelingen in de kerkzang in de tweede helft van de twintigste eeuw tot en met het Liedboek voor de Kerken 1973

ISBN 978-90-822490 71
€36,95 excl verz. kosten.

Hymnologie16

Hymnologie XVI Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

De ontwikkelingen in de kerkzang na het verschijnen van het Liedboek voor de Kerken 1973.

 

ISBN 978-90-822490-88
€ 39,95 excl. verz. kosten.

Hymnologie17

Hymnologie XVII Een geschiedenis van de strofische zang in de westerse christelijke kerk -

De ontwikkelingen in de kerkzang in Engeland tot aan het einde van de negentiende eeuw.

 

ISBN 978-90-822490-9-5
€ 39,95 excl. verz. kosten.

 

 

 

 

 

 

Artikelen
In Eredienstvaardig verschenen :

Een lied voor de Veertigdagentijd; 'Met de boom des levens'; gezang 184
De Passion
Een groot(s) pinksterlied; gezang 238
Een lied voor Allerheiligen; gezang 299
Een lied vanuit het duister; gezang 130
De uitdrukkingskracht van Heinrich Schütz
Christ lag in Todesbanden ‑ gezang 203; een krachtig paaslied
'
Zingt voor de Heer'; gezang 225
Een lied bij doop en avondmaal; gezang 347
Een 'dringend' adventslied;
Gezang 128 Een lofzang op Christus
Het eigen geluid van een vrouw in de reformatietijd (gezang 158)
Een vroom lied voor de Goede Vrijdag; gezang 192
Gezang 233; een lied bij de Hemelvaart
Een avondlied tegen de angst; gezang 382
Gezang 176; een kruismeditatie
Een lied over het spreken van God: Gezang 478
Een lied voor de Stille Zaterdag: Gezang 195 ,
'Heer, herinner U de namen' Gezang 273
Een lied op Jeruzalem; Gezang 123
Het morgenlied in het Liedboek
De liederen van Advent
Zingen van de hoop; een beschouwing over gezang 288
Een lied voor, kerstfeest; de" tegenstellingen worden overbrugd (Gezang 142)
Een lied van triomf en jubel; gezang 205
De didachè gezongen (met toonzettingen van Willem Vogel, Arie Eikelboom, Bernard Huijbers)
Een oud Pinksterlied: gezang 237
Het Sanctus en Benedictus Het Tafelgebed: gezongen of gesproken
Zingen bij de doop de doopliederen uit het Liedboek voor de Kerken
Een feestlied voor Pasen: gezang 200
Zingen bij het avondmaal
Enkele overwegingen bij het kerklied
Een ver reikend paaslied; gezang 216
Een lied over het goede leven op Gods goede aarde; gezang 425
Van oude mensen, de dingen die gebleven zijn (Gezang 156)
'Urbs beata Jerusalem'; een lied bij de kerkwijding

In Musik und Kirche 72 (2002), 8-13 verscheen :

De Hymnologische ontwikkelingen in Nederland gedurende laatste vijftig jaren.

De volgende artikelen zijn in diverse bladen opgenomen of niet gepubliceerd:

Bach en de preek
Claudio Monteverdi en zijn Orfeo als begin van de Barok in de muziekgeschiedenis
De Cantatedienst
Gezang 447
Het kerklied als baken
Johann Herman Schein
Johann Sebastian Bach en de h-moll Messe
Liturgie in de Maranathakerk
Melodie van het kerklied sinds het Liedboek voor de Kerken
Renaissance
Voorganger en kerkmusicus
Weihnachts-oratorium: een preek voor veertien dagen (Centraal Weekblad dec. 2007)